top of page

Verlaatpijn

‘Ik heb ‘verlaatpijn’. Mijn moeder. Haar moeder. Alle vrouwen daarvoor.’

Angel en ik. We hebben gesprek na gesprek. Angel deelt over verlaatpijn. Het is niet alleen haar verlaatpijn, het is een pijn van vele vrouwen. Inclusief die van mij.

Het is een pijn voor verlating waar ik een oordeel op heb liggen. Een pijn die ik van mezelf niet altijd mag voelen. Dan hoor ik die sterke vrouw te zijn die in haar eentje zo goed haar boontjes kan doppen. Die niemand nodig heeft. Die het allemaal wel alleen af kan. Waar er ergens ook een dieperliggende angst is voor verlating.

Het erkennen voelt breekbaar en ook zo bevrijdend. Een radicale eerlijkheid. Een wezenlijk willen zien wat er is.

Angel vertelt hoe ze vroeger haar pijn en gevoelens heeft onderdrukt.

‘Ik mocht van mezelf geen woede voelen. Of razernij. Nu ben ik vrij om alles te voelen. Om niets uit de weg te gaan.’

Echt bereid zijn om alles te zien. Om alles te erkennen. Je hoeft de woede niet zozeer te richten, je mag het wel volledig doorvoelen. Dat is je bevrijding. Daarmee mag ook de ‘verlaatpijn’ helen.




Comments


bottom of page